De jongeren onder ons kunnen het zich al niet meer voorstellen, maar nog niet zo lang geleden was het heel gewoon dat de meeste kinderen mazelen kregen, bof en rodehond en misschien ook nog een van een hele reeks andere gevaarlijke infectieziekten. Dat er in de buurt altijd wel iemand woonde met zon dun, slepend been die had kinderverlamming gehad. En bijna geen Nederlander weet nog hoe het moet zijn om te leven in een wereld die door pokken geplaagd wordt. Ook dat was nog maar een mensenleven geleden wel anders.
Dat alles danken we aan vaccins, en vooral aan de planmatige inenting van vrijwel alle kinderen via het Rijksvaccinatieprogramma. Dat programma kost jaarlijks ongeveer 110 miljoen euro, een kruimel op de slordige zestig miljard die de gezondheidszorg kost. Een kruimel die bovendien in het niet valt bij de vele duizenden gevallen van ernstige ziekte, invaliditeit en overlijden die zich niet voordoen.
In landen waar zoveel miljoenen niet voorhanden zijn, heersen infectieziekten, met uitzondering van pokken, vaak nog volop. Soms ontbreekt het nog aan een vaccin voor een ziekte, omdat het nog niet lukt om er een te maken of omdat geen bedrijf er brood in ziet. Maar vaak komt massale vaccinatie niet goed van de grond door gebrek aan geld, politieke stabiliteit en infrastructuur.
Maar ook in eigen land is niet alles koek en ei. Mensen worden kritischer en mondiger, ze worden er ook toe aangemoedigd zelf meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun gezondheid en die van hun kinderen. Waar in vroeger tijden verzet tegen vaccinatie voornamelijk voorkwam onder streng religieuzen, groeit de laatste jaren bij nogal wat ouders de twijfel aan de noodzaak van steeds meer prikjes. Ouders willen vooral meer weten over de risico’s die hun kinderen daardoor zouden kunnen lopen, en vertrouwen minder vanzelfsprekend op de geruststellende verzekeringen van deskundigen. Succesvolle vaccinatie doet met de ziekten ook de kennis verdwijnen van wat zij kunnen aanrichten, wat maakt dat echte en vermeende bijwerkingen van vaccinaties soms onevenredig veel aandacht krijgen.
We zetten hier daarom alles wat iemand over vaccinaties zou moeten weten op een rijtje. Hoe vaccins maken dat wij zijn beschermd zonder eerst de ziekte door te maken. Wat ermee is bereikt, wat er nog nodig is, hier en elders in de wereld, en wat de deskundigen verwachten. En ook wat critici en sceptici ervan vinden.
Sinds mensenheugenis zijn besmettelijke ziekten een voortdurende bedreiging van mensen, dieren en zelfs planten. Letterlijk al wat leeft kan ten prooi vallen aan virussen, bacteriën of parasieten. Gelukkig beschikken alle levende wezens over een grote verscheidenheid aan verdedigingen. Maar die werken lang niet altijd op tijd en voldoende. Vaccinatie is een effectief middel om veel ziekten te voorkomen en sommige zijn er zelfs mee uit te roeien. Er worden steeds nieuwe en betere vaccins ontwikkeld, en met een uitgebreid vaccinatieprogramma zoals in ons land houd je de meeste infectieziekten buiten de deur.
Hoe komt het dan dat er desondanks wereldwijd jaarlijks nog altijd tientallen miljoenen mensen sterven aan besmettelijke ziekten? Welke ziekten kunnen wel en welke nog niet met vaccineren bestreden worden en wat zit er aan nieuwe vaccins aan te komen? En wat zijn de meningen over de bijwerkingen van een vaccinatie? Hoe het met al die zaken gesteld is anno 2006 wordt door Nederlandse deskundigen uit de doeken gedaan.
Dit cahier is niet meer op voorraad maar wel als PDF beschikbaar.