Het overgrote deel van de ammoniakuitstoot is afkomstig van de landbouw. Verkeer vormt de belangrijkste bron van de uitstoot van stikstofoxiden. Met name de zeescheepvaart levert daaraan een grote bijdrage, en die stoot de laatste jaren zelfs meer uit dan voorheen.
Veel mensen weten dat stikstofoxiden vooral vrijkomen bij verbrandingsprocessen en dat ammoniak verdampt uit mest. Minder bekend is dat landbouwgronden ook stikstofoxiden uitstoten, en auto’s ammoniak. Om de stikstofproblematiek in Nederland te kunnen aanpakken is het belangrijk om te weten waar deze stikstofvormen precies vandaan komen.
Dat wordt bijgehouden in de Emissieregistratie, een databestand dat de uitstoot van 350 stoffen bijhoudt, waaronder ammoniak en stikstofoxiden. Met data over de stikstofuitstoot van diverse activiteiten is het mogelijk om de concentratie van ammoniak en stikstofoxiden in de lucht te berekenen en de stikstofdepositie te bepalen. Het basisprincipe is simpel. Als bekend is hoeveel een bepaalde bron per activiteit uitstoot, hoef je alleen maar deze zogeheten emissiefactor te vermenigvuldigen met de hoeveelheid activiteit. De emissiefactoren zijn bijna altijd gebaseerd op metingen.
De Emissieregistratie gebruikt uitgebreide modellen. Het verkeersmodel berekent bijvoorbeeld de emissies voor elke individuele auto en telt die vervolgens voor alle auto’s in Nederland op. Het landbouwmodel doet hetzelfde voor de ammoniakuitstoot uit stallen: per staltype en per diersoort wordt de uitstoot per dier bepaald; die wordt vervolgens vermenigvuldigd met het aantal dieren in elk type stal in Nederland. Zo weten we hoeveel ammoniak en stikstofdioxiden de diverse sectoren uitstoten en hoe die uitstoot is veranderd de afgelopen jaren.
Ammoniak – 85 procent uit de landbouw
Het blijkt dat het overgrote deel van de ammoniak, zo’n 85 procent, afkomstig is uit de landbouw. De rest komt van diverse kleine emissiebronnen zoals huisdieren, schoonmaakmiddelen, houtkachels, wegverkeer en industriële processen zoals kunstmestproductie.
De emissies uit de landbouw zijn op twee manieren uit te splitsen: naar diersoort of naar de plek in de keten waar de ammoniak vrijkomt: denk aan mestopslag, het uitrijden van mest, dieren op stal en koeien in de wei. Die laatste post is bijna verwaarloosbaar: ruim de helft komt uit stallen en mestopslag, terwijl bijna de helft afkomstig is van uitgereden mest en kunstmestgebruik.
Uitgesplitst naar dieren stoot rundvee meer dan de helft van de ammoniak uit, terwijl varkens en pluimvee samen een kwart voor hun rekening nemen. Het kunstmestgebruik zit qua hoeveelheid tussen de uitstoot van varkens en pluimvee in. De overige uitstoot komt van andere landbouwdieren zoals schapen, geiten, nertsen en konijnen.
Stikstofoxiden – grootste aandeel voor scheepvaart
Stikstofmonoxide (NO) is een gas dat ontstaat bij de verbranding van fossiele brandstoffen of biomassa. In de lucht wordt het uitgestoten NO vrij snel omgezet in stikstofdioxide (NO2). Daarom wordt de uitstoot voor beide gassen samen gepresenteerd, aangeduid met de overkoepelende term ‘stikstofoxiden’ oftewel NOx.
Verkeer en vervoer is de belangrijkste bron met circa 70 procent. Daarvan is een groot deel afkomstig van scheepvaart op de Noordzee, gevolgd door het wegverkeer. De industriële sector – fabrieken, raffinaderijen, elektriciteitscentrales – stoot circa 15 procent uit. Daarnaast is de landbouw een bron, doordat NOx wordt gevormd bij de verwarming van kassen en ook vrijkomt uit de bodem na het uitrijden van mest en kunstmest. Ten slotte leveren cv-ketels in gebouwen een bescheiden bijdrage.
De uitstoot van stikstofoxiden is sinds 1990 met de helft gedaald. Deze daling is vooral tot stand gekomen door schoner wegverkeer en maatregelen bij de industrie en de elektriciteitssector. De uitstoot door de zeescheepvaart is in dezelfde periode juist gestegen doordat er meer en grotere schepen varen.
Verdere daling tot 2030
Ook de landen om ons heen stoten ammoniak en stikstofoxiden uit. Een deel van deze emissies uit het buitenland komt ons land binnen, maar Nederland is netto gezien een exporteur van ammoniak en stikstofoxiden. Omdat luchtvervuiling een grensoverschrijdend probleem is, heeft Europa afspraken gemaakt over de hoeveelheid die landen mogen uitstoten en hun reductie-inspanning tot 2030. Dit zijn de zogeheten nationale emissieplafonds. Nederland zit onder het eigen plafond voor stikstofoxiden maar schommelt rond het plafond voor ammoniak.
Naar verwachting zal de uitstoot van stikstof in Nederland verder afnemen. Vooral de hoeveelheid stikstofoxiden zal dalen doordat het wagenpark schoner wordt en doordat er sinds kort strengere uitstooteisen worden gesteld aan mobiele werktuigen (zoals landbouw- en bouwmachines) en binnenvaartschepen. De hoeveelheid ammoniak zal langzaam afnemen doordat er geleidelijk aan minder vee zal worden gehouden en er meer emissiearmere stallen zullen komen.
Wil je altijd op de hoogte blijven van nieuwe publicaties, dossiers en lesmaterialen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. Wij sturen je maandelijks een overzicht van alle nieuwe content.