Om de beschermde natuurgebieden in Nederland te behouden of te verbeteren, is een flinke reductie nodig van de stikstofemissie. Maar hoe fors moet die zijn en waar kan die het beste plaatsvinden?
Welke reductieniveaus zijn noodzakelijk? Dat is afhankelijk van de ‘kritische depositiewaarde’. Die verschilt per habitat en dus per Natura 2000-gebied. Het kabinet wil in 2035 driekwart van de oppervlakte van Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde brengen. Dat komt neer op een binnenlandse emissiereductie van 50 procent ten opzichte van 2018. De commissie-Remkes – die het kabinet adviseerde over de aanpak van de stikstofproblematiek – stelt daarentegen een binnenlandse emissiereductie voor van 50 procent in 2030 en 100 procent natuurbescherming in 2040. De vraag die echter openblijft is: hoeveel binnenlandse en buitenlandse emissiereductie is er nodig bij 100 procent natuurbescherming en hoe snel moet emissiereductie plaatsvinden?
Noodzaak van reducties in stikstofemissies
Hoewel de stikstofdepositie sinds 1990 met circa 40 procent is afgenomen, ligt die in 130 stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden nog steeds boven de kritische depositiewaarde (figuur 1). Hoge overschrijdingen komen voornamelijk voor in de gebieden met intensieve veehouderij in het oosten en zuiden van ons land. Dat zijn met name de natuurgebieden van Twente en de Achterhoek, de Veluwe, Brabant en Noord-Limburg. Daar is de huidige depositie soms wel het dubbele van de kritische depositiewaarde. Om natuurwinst te behalen moet de depositie daar flink omlaag. Vergaande depositiereductie is veel minder noodzakelijk in andere regio’s, zoals Groningen, Flevoland, Zuid- Holland en Zeeland.
Vereiste reductie in stikstofemissies
Wanneer de buitenlandse emissies afnemen volgens de EU-emissieplafonds voor 2030, komt al circa 35 procent van het natuurareaal onder de kritische depositiewaarde, zo blijkt uit de modelberekeningen van WUR (Wageningen University Research) en het RIVM. Uit de berekening blijkt verder dat, als bovendien de binnenlandse emissie met een kwart vermindert, de helft van de Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde komt. Bij halvering van de emissie komt driekwart van die natuurgebieden eronder. Bij een binnenlandse stikstofreductie van 100 procent komen echter nog steeds niet alle natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde (figuur 2). Deposities door buitenlandse emissies leiden dan nog steeds tot overschrijding van de kritische depositiewaarde in de meest gevoelige Natura 2000-gebieden, en dan is er bij de berekening al van uitgegaan dat het buitenland voldoet aan de emissieplafonds voor 2030.
De conclusie is dat er ook in het buitenland maatregelen nodig zijn die verder gaan dan wat er is afgesproken voor 2030. Nul procent overschrijding van de kritische depositiewaarde in 2040 is zonder die reducties in het buitenland onhaalbaar.
Wat kunnen we doen?
De benodigde emissiereductie zou teruggelegd kunnen worden bij sectoren zoals landbouw, verkeer en industrie, inclusief die in het buitenland. Als hun huidige bijdrage aan de depositie vertaald wordt naar de overschrijding van de kritische depositiewaarde, dan weet iedere sector wat zijn depositieopgave is. Die kan dan uitgedrukt worden in een emissiereductie per sector. Dat moet dan wel per gebied worden bepaald, omdat de gewenste bijdragen van de sector overal variëren. Je kunt beginnen met alle sectoren een reductie van 50 procent op te leggen (zoals afgesproken in het coalitieakkoord van 2021) en dan gebiedsgericht beleid voeren om de overschrijding tot nul terug te brengen. Voor een willekeurig Natura 2000-gebied ziet dat er dan bijvoorbeeld uit zoals in figuur 3. Dit vergt een fors buitenlands beleid, maar ontslaat de binnenlandse sectoren niet van hun verantwoordelijkheid om hun aandeel te verminderen. Het zou voor de landbouw effectiever zou kunnen zijn om minder generiek, maar meer gebiedsgericht emissies te verminderen.
Benodigde snelheid van emissiereducties
Blijft staan de vraag: hoe snel moet de depositie ecologisch gezien terug? Aangezien er al sprake is van een erfenis van meer dan vijftig jaar te veel stikstofdepositie, is het eenvoudige antwoord: zo snel mogelijk. Om een duidelijker tijdspad te adviseren aan de politiek moet de vraag in ecologische en juridische zin worden gespecificeerd. Dat kan door te vragen: bij welk depositieniveau is het niet mogelijk om instandhouding (laat staan verbetering) van de natuurkwaliteit te garanderen, zelfs niet bij het nemen van alle mogelijke herstelmaatregelen?
Vooralsnog is hier geen harde informatie over en kan de benodigde reductie dus niet worden berekend. Wel laten herstelmaatregelen tot nu toe zien dat het dweilen met de kraan open is en dat de depositie aanzienlijk moet worden gereduceerd om zelfs maar instandhouding te kunnen garanderen. Dan nog leidt ook een reductie van de depositie niet altijd tot direct herstel, maar kan het vanwege de opgehoopte stikstof in – en verzuring van – de bodem enige tijd duren voor de achteruitgang wordt omgebogen. De uitspraak ‘zo snel mogelijk’ is derhalve op dit moment toch het meest verantwoord.
Met een jaarabonnement mis je niets meer! Wil je altijd op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de biowetenschappen? Neem dan een abonnement! Hiermee ontvang je een korting van 40% ten opzichte van de prijs in de webwinkel. Daarnaast betaal je geen verzendkosten bij een abonnement. Het abonnement gaat in per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. Je kunt te allen tijde opzeggen, waarna je alleen nog de cahiers ontvangt die je hebt betaald.
Wil je altijd op de hoogte blijven van nieuwe publicaties, dossiers en lesmaterialen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. Wij sturen je maandelijks een overzicht van alle nieuwe content.