Moerasteelt tegen verdroging en verlaging veengebieden - Biowetenschappen & Maatschappij

Geen producten in de winkelwagen.

10 oktober 2023
normaal verdiepend

Moerasteelt tegen verdroging en verlaging veengebieden

De auteurs

De productie van natte gewassen gaat vaak samen met andere nuttige functies zoals het tegengaan van bodemdaling, minder uitstoot van broeikasgassen, meer biodiversiteit, waterberging en een betere waterkwaliteit. Er is nog wel veel onzekerheid over het verdienmodel.

Lisdodde, riet en wilgen houden van natte voeten. Oevers van vijvers, sloten en plassen staan er vaak vol mee. Ze groeien op plekken waar veel voedingsstoffen in het water zitten. Van oudsher gebruiken mensen die planten en bomen ook om er producten van te maken, zoals rieten daken of manden, of papier, zoals in China. Maar er kunnen meer producten van gemaakt worden. Zo bevat de stengel van lisdodde veel luchtholtes, waardoor het uitermate geschikt is als isolatiemateriaal. Een Engels bedrijf gebruikt het pluis van de lisdoddesigaar in de voering van jassen en het stuifmeel van de lisdodde voeren tuinbouwers aan roofmijten die ingezet worden als biologische bestrijding in kassen. Verder zijn alle delen van de lisdodde eetbaar, zowel voor vee – koeien, paarden en schapen – als mensen. De oeverplant staat soms zelfs bij sterrenrestaurants op het menu.

Het pluis van de lisdoddesigaar gebruikt een Engels bedrijf in de voering van jassen. © Jeroen Geurts

Verdroogde veengebieden natmaken

De aanleiding om natte gewassen te gaan telen, is echter een andere, namelijk het weer natmaken van verdroogde veengebieden. Die gebieden zijn in de afgelopen eeuwen op grote schaal ontwaterd om de veengronden te kunnen gebruiken voor de conventionele landbouw zoals veeteelt. Het verlagen van de grondwaterstanden stelt veengrond bloot aan zuurstof, waardoor het veen afbreekt en in feite heel langzaam verbrandt. Hierdoor komt het broeikasgas CO2 vrij en daalt de bodem met gemiddeld zo’n een centimeter per jaar. Om dit tegen te gaan en het veen te behouden, moet het veen dus weer nat worden gemaakt door de grondwaterstanden te verhogen.

Voor een deel kunnen we hier weer natte natuurgebieden ontwikkelen, zoals laag- en hoogvenen, met alle bijzondere planten- en diersoorten die hier bij horen. De landbouwgrond kan echter niet allemaal in natuur worden omgezet. Natte teelt – ook wel paludicultuur genoemd, van het Latijnse ‘palus’ dat staat voor moeras – kan dan een oplossing zijn. Voorwaarde is wel dat dit duurzaam gebeurt, dus zonder gebruik van mest en bestrijdingsmiddelen.

Paludicultuur kan ook als buffer functioneren in overgangszones tussen landbouwgebieden en natte natuurgebieden. Het gaat dan om boomsoorten die bij natte omstandigheden gedijen zoals zwarte els en wilg, oeverplanten zoals lisdodde, riet, wilde rijst en mattenbies, waterplanten zoals kroosvaren en eendenkroos, en landplanten zoals veenmossen (zie vorige hoofdstuk) en de vleesetende zonnedauw. Die laatste wordt ook wel voor medicinale doeleinden gebruikt of als stremsel in veganistische kaas.

Proefboerderij

In Nederland startte het onderzoek naar de toepassing van paludicultuur in 2015. De focus lag daarbij op de teelt van lisdodde, omdat daarover nog weinig bekend was, en riet. In Nijmegen is begonnen met kleinschalige proeven met riet en lisdodde in een kas, waarbij is gekeken naar de kieming van zaden, het waterpeil, de hoeveelheid voedingsstoffen waarbij de planten het beste groeien en het soort veenbodem. Ten opzichte van riet blijkt lisdodde makkelijker te kiemen uit zaad, beter te gedijen bij een waterpeil boven maaiveld en meer voedingsstoffen op te nemen, maar minder goed te groeien op een zure bodem. Daarnaast zijn er gewasmetingen gedaan op natuurlijke groeiplaatsen van riet en lisdodde in Nederland, Duitsland en Denemarken. Daaruit bleek dat er veel variatie is, maar dat de gewasproductie van beide planten onder ideale omstandigheden hoger kan zijn dan van mais.

De stengel van lisdodde bevat veel luchtholtes, waardoor die uitermate geschikt is als isolatiemateriaal. © Bj.schoenmakers / Wikimedia Commons

De proefboerderij KTC Zegveld in de provincie Utrecht legde in 2016 de eerste grootschalige veldproef aan door lisdodde te planten op een halve hectare voormalige veenweide. Hiervoor werd de toplaag van de bodem afgegraven en slootwater op het veld gepompt. Sindsdien hebben verschillende organisaties hier onderzoek gedaan naar gewasproductie, oogst, toepassingsmogelijkheden en uitstoot van broeikasgassen. Het veld ligt er nog steeds, waardoor we de langetermijneffecten van deze teelt kunnen onderzoeken. Zo blijkt de opbrengst langzaam terug te lopen door een gebrek aan voedingsstoffen, maar komen er maar weinig andere plantensoorten – ‘onkruid’ – voor. Als de aanvoer van voedingsstoffen te laag is voor lisdodde, is overstappen op riet een optie. Vaak zal er vanzelf al riet gaan groeien in zo’n situatie.

Uitstoot methaan voorkomen met natte teelt

Sinds 2016 zijn er meerdere nationale en internationale onderzoeksprojecten gestart, waarin ook proefvelden zijn aangelegd, onder meer in Friesland, Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant. De focus ligt hierbij op veengebieden, maar ook in zandgebieden kan paludicultuur ingezet worden langs waterlopen. De positieve en negatieve ervaringen uit deze veldproeven laten zien welke aspecten belangrijk zijn voor een succesvolle teelt maar ook dat het van de locatie afhangt of natte gewassen zich goed ontwikkelen. Belangrijke aspecten in de beginfase zijn het al dan niet het afgraven van de toplaag, planten of zaaien, het waterbeheer en het tegengaan van vraat door watervogels. De toplaag wordt vaak afgegraven bij kleinere proefvelden om dijkjes rond het veld aan te leggen. Hierbij gaan wel waardevolle voedingsstoffen verloren. Ook past afgraven niet bij het doel om bodemdaling tegen te gaan. Aan de ander kant voorkom je hiermee de uitstoot van methaan, een broeikasgas dat onder natte, zuurstofloze omstandigheden ontstaat. Onderzoek heeft namelijk laten zien dat vooral de toplaag veel methaan produceert door de aanwezigheid van voedingsstoffen en plantenresten.

Zuivering slootwater

Er zijn goede ervaringen met het machinaal planten van lisdodde, maar het zaaien van voorgekiemd zaad is een stuk sneller en goedkoper. Het zaaien van riet is lastiger, waardoor telers hier vaker voor het planten van wortelstokken kiezen. Het is in elk geval belangrijk om uitdroging in de eerste groeifase te voorkomen. Daarna kan het waterpeil fluctueren, wat helpt om de uitstoot van methaan laag te houden. Wel is het zaak om voldoende voedingsstoffen aan te voeren door bij voorkeur “vies” – nutriëntrijk –  slootwater te gebruiken. Het voordeel daarvan is dat de planten beter groeien en ze tegelijkertijd het slootwater zuiveren. Ook kan een lisdoddeveld tijdelijk water bergen na hevige regenval.

Zo gaat de productie van natte gewassen samen met het leveren van functies die goed zijn voor het ecosysteem. Het is belangrijk dat een landeigenaar ook daarvoor betaald krijgt, zodat wisselingen in de opbrengst van de teelt zelf opgevangen kunnen worden. Op dit moment is het echter alleen mogelijk om een vergoeding te ontvangen voor de verminderde uitstoot van broeikasgassen, via de Nationale Koolstofmarkt. Door die onzekerheid over het verdienmodel en door de investeringen die een landeigenaar moet doen om aan een natte teelt te kunnen beginnen, is paludicultuur nog niet aantrekkelijk genoeg voor iedereen. Er is wel veel vraag naar lisdodde bij fabrikanten die er producten van maken, dus er is nu al geld mee te verdienen. De eerste opschalingen van de commerciële lisdoddeteelt naar tien hectare staan daarom op stapel in Friesland. Dit lijkt een opmaat naar meer. De teelt van andere natte gewassen staat nog in de kinderschoenen, maar dit wordt door onderzoekers van het nationale onderzoeksprogramma Natte teelten op waterrijk veen verder uitgezocht.

Dit artikel komt uit het cahier Waterlandbouw. Download of bestel het cahier via de webshop

Jeroen Geurts
Onderzoeker ecologie bij wateronderzoeksinstituut KWR en gastmedewerker bij de Radboud Universiteit Nijmegen.

Nooit meer iets missen?

Wil je altijd op de hoogte blijven van nieuwe publicaties, dossiers en lesmaterialen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. Wij sturen je maandelijks een overzicht van alle nieuwe content.

Schrijf je in
Abonnement

Mis nooit meer een publicatie

Met een jaarabonnement mis je niets meer! Wil je altijd op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de biowetenschappen? Neem dan een abonnement! Hiermee ontvang je een korting van 40% ten opzichte van de prijs in de webwinkel. Daarnaast betaal je geen verzendkosten bij een abonnement. Het abonnement gaat in per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. Je kunt te allen tijde opzeggen, waarna je alleen nog de cahiers ontvangt die je hebt betaald.

Jaarabonnement
Drie keer per jaar krijg je onze boeken automatisch thuisgestuurd. Zo bespaar je flink op de losse verkoopprijs en blijf je altijd op de hoogte.
Bekijk abonnement