Wanneer iemand eenmaal obesitas heeft ontwikkeld, ongeacht de oorzaak, treden er in het lichaam allerlei mechanismen in werking die er op gebrand zijn het vet vast te houden. Blijvend afvallen is een kwestie van ingewikkelde biologie.
Bij mensen met obesitas is het honger- en verzadigingssysteem dusdanig verstoord dat het langer duurt voordat iemands verzadigingsgevoel ‘inkickt’. Dat heeft onder andere te maken met het optreden van leptineresistentie, waarbij de leptinereceptoren in de hypothalamus minder gevoelig zijn geworden voor de signalen van het vethormoon leptine. Verder hebben mensen met obesitas na de maaltijd lagere hoeveelheden van de verzadigingshormonen glucagon-like peptide 1 (GLP-1), peptide tyrosine-tyrosine (PYY) en cholecystokinine (CCK) in hun bloed. Ook dit vertraagt het verzadigingsgevoel. Daarbij blijft het gehalte van het hongerhormoon ghreline dat de maag afgeeft, langer hoog. Het gevolg is meer honger en een minder goed verzadigingsgevoel. Deze mechanismen dragen ertoe bij dat de mate van obesitas over de tijd toeneemt. Het enige mechanisme dat nog beschermend werkt, is dat bij mensen met obesitas de rustverbranding iets toeneemt. Dit komt doordat de spiermassa is toegenomen om het grotere gewicht te kunnen dragen. Spieren leveren een belangrijke bijdrage aan de energieverbranding in rust.
Werking van de verzadigingshormonen leptine, CCK, GLP-1 en PYY, en het hongerhormoon ghreline © Stichting BWM
Wanneer mensen afvallen, treden er allerlei aanpassingen op in het lichaam. Dit was goed te zien bij deelnemers aan het Amerikaanse tv-programma The Biggest Loser, waarin mensen met obesitas een zeer intensief programma volgden om in 30 weken tijd zoveel mogelijk gewicht te verliezen. Het programma bestond uit beperking van de calorie-inname met daarbij veel en intensief bewegen. Na 30 weken hadden de deelnemers gemiddeld 58 kilogram verloren. Een indrukwekkend resultaat. Maar toen hun rustverbranding werd gemeten, bleek deze met 600 kilocalorieën per dag te zijn verlaagd. Nog erger, 6 jaar later waren de deelnemers gemiddeld weer 41 kilogram aangekomen, maar bleek hun rustverbranding nog steeds in diezelfde mate verlaagd. Dit betekent dat ze dagelijks veel meer zouden moeten bewegen om de gevolgen van zo’n lage rustverbranding tegen te gaan. Natuurlijk is dit maar een voorbeeld.
Ook op andere vlakken kunnen veranderingen optreden na afvallen. Berucht is het ‘crashdieet’, een dieet waarbij mensen langdurig een zeer lage calorie-inname hebben. Zo’n dieet kan de werking van honger- en verzadigingshormonen langdurig verstoren. Na crashdiëten daalt vaak de concentratie van de verzadigingshormonen leptine, GLP-1, CCK en PYY, terwijl de concentratie van het hongerhormoon ghreline stijgt. Het gevolg is nog meer honger. Tegelijkertijd wordt het hedonische systeem sterker geactiveerd, waardoor iemand gevoeliger wordt voor de belonende eigenschappen van calorierijk voedsel. Helaas houden deze effecten vaak maanden aan, zelfs na het stoppen van het dieet. De hormonale en metabole veranderingen na streng diëten vormen een bescherming tegen uithongering, wat deels het bekende jojoeffect verklaart na een crashdiëet. Wanneer iemand weer aankomt na veel afvallen is het niet een kwestie van ‘falen’, maar van ingewikkelde biologie. Er is ook goed nieuws: geleidelijk gewichtsverlies en lichaamsbeweging lijken minder verstorende effecten te hebben op deze eetlustregulerende hormonen en kunnen zelfs beschermende effecten hebben.
Dit is een artikel uit de paperback Over gewicht. Meer lezen over dit onderwerp? Bestel de paperback via de webshop.