‘Kunst is niet meer dan een imitatie van de natuur’ – Seneca. Als het waar is wat de beroemde Romeinse stoïcijn Seneca schreef, hoe valt dan te verklaren dat er al eeuwenlang bananenkunst wordt gemaakt? De banaan komt immers allang niet meer uitsluitend uit het oerwoud, maar vooral van de plantage.
De natuur schonk ons tien millennia geleden de banaan, maar die is al heel lang de vrucht van menselijke inspanning. Doordat de banaan inderdaad al zolang handelswaar is, hebben kunstenaars hem al die tijd afgebeeld. Als misschien wel het eerste gecultiveerde fruit vergezelt de banaan ons niet alleen al gedurende onze hele geschiedenis, hij behoort zelfs tot het weinige dat ons vanuit de wildernis naar de beschaving leidde.
Een goed voorbeeld is te vinden in Adam en Eva, het schilderij van Lucas Cranach de Oudere uit 1526. Op dat kunstwerk, een van de vele die Cranach schilderde van Eden, de tuin uit het Bijbelboek Genesis, komt geen banaan voor. Eva biedt Adam de traditionele appel aan. Maar als je het mij vraagt had die wel degelijk een banaan moeten zijn. Als je het verhaal over Adam en Eva niet alleen opvat als bijbelverhaal maar ook als metafoor, dan snijdt die bewering hout. De banaan is de oudste vrucht die doelbewust door de mens is geteeld en heeft ons geholpen
het oerwoud achter ons te laten, waar we jagers-verzamelaars waren, om ons te organiseren in landbouwgemeenschappen.
Nadat Adam en Eva uit Eden waren verbannen, die wonderbaarlijke tuin waaruit we moeiteloos konden nemen wat we nodig hadden, zagen ze zich genoodzaakt ‘de grond te bewerken’, aldus Genesis. Met andere woorden: het verhaal over Eden is het verhaal over het ontstaan van de landbouw. Het boerenbedrijf heeft ons van oudsher verenigd in nederzettingen, dorpen en hele naties. Cranachs schilderijen zijn geen bananenkunst, maar zouden dat moeten zijn.
Cranach had tenminste nog een excuus, want hij kwam uit Duitsland en heeft de tropische vrucht waarschijnlijk nooit gezien of gekend. Maar waar de banaan een langere geschiedenis heeft, wordt hij uitgebreid in de kunst vereerd. In India, waar meer bananenvariëteiten worden geteeld dan waar ook, geloven sommigen dat de banaan een incarnatie is van Lakshmi, die in bepaalde hindoeïstische geloofsrichtingen wordt beschouwd als de moeder van alles wat is. Een van de talrijkste voorwerpen in de hindoekunst zijn beeldjes van de godin voor huiselijk gebruik. Meestal zit ze daarin in de lotushouding, met in een van haar vier handen een bananenplant.
Ook Ganesh, de hindoegod van de kennis die de gedaante heeft van een olifant, wordt met de banaan geassocieerd. Hij zou getrouwd zijn geweest met een bananenplant en aan die verbintenis zijn wijsheid te danken hebben. In een van zijn tweeëndertig incarnaties is Ganesh een kind, Bala Ganapati, dat staat voor groei. Bala houdt een banaan vast, een belangrijke voedselbron voor miljarden mensen op het Indiase subcontinent. Een van de mooiste voorbeelden van Ganesh’ verschillende gedaanten zijn de kunstige negende-eeuwse friezen van de Srikanteshwara Swamy-tempel in de zuidwestelijke deelstaat Karnataka. Daarop houdt Ganesh een mango, een nangka (jackfruit), een suikerrietstengel en een banaan vast.
In hedendaagse eerbetonen aan Ganesh speelt de banaan een nog prominentere rol. Op een tiendaags festival dat elk jaar in de stad Sambalpur wordt gehouden, wordt de god vereerd met een gigantisch beeld dat volledig bestaat uit fruit. In twee maanden wordt uit vijfduizend kilo groene bananen een dertig meter hoog beeld van de olifantgod gemaakt. Tijdens het festival rijpen de bananen, na afloop worden ze opgegeten, een soort eenwording met het goddelijke die geldt als een van de klassieke functies van kunst.
Het is eenvoudig in te zien waarom de banaan, als letterlijk énmetaforisch symbool van de schepping, in eeuwenoude kunst wordt afgebeeld. Hoe is dat in het Westen? In de anderhalve eeuw waarin de banaan hier een commercieel product is, lijkt weinig gezegd te zijn over het verband tussen de vrucht en de oorsprong van de menselijke beschaving. De beroemdste ‘kunstzinnige banaan’ uit de moderne tijd is het exemplaar dat Andy Warhol schilderde voor de hoes van het baanbrekende album The Velvet Underground and Nico uit 1967. Het is
een van de twee bananenschilderijen die Warhol dat jaar maakte. Zijn hele carrière fotografeerde hij bovendien mensen die bananen aten. Warhol stond erom bekend dat hij zich de commerciële iconografie toe-eigende: denk aan zijn Campbell-soepblikken en Coca-Cola-flessen. Zoals blijkt uit zijn kunst, zag hij in dat de banaan in de moderne wereld – geteeld als monocultuur op uitgestrekte plantages en door enorme schepen over grote afstanden vervoerd – een symbool is van de manier waarop de mens de natuur in een fabriek heeft veranderd.
De contemporaine geschiedenis van de banaan vormt ook de inspiratiebron voor enkele bijzondere literaire werken uit de twintigste eeuw. De moorden in Ciénega zijn een keerpunt in de roman Honderd jaar eenzaamheid, van Gabriel García Márquez die in 1982 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Guatemala, waar United Fruit eveneens heeft huisgehouden, heeft zijn eigen grote bananenroman: De president van Miguel Ángel Asturias, die in 1967 de Nobelprijs voor de Literatuur ontving. Daarin vertelt de auteur het verhaal van een dictator wiens regime door fruitmogols in het zadel wordt gehouden. De roman behoort tot Asturias’ ‘bananentrilogie’. Het thema van het boek – wat de mens uit commercieel belang doet is onmenselijk en zal niet door de natuur worden getolereerd – komt tot uitdrukking in de volgende passage:
Niemand zal het ooit winnen van het groene vuur! Niemand zal ooit de heerschappij van het groene vuur over het land betwisten, vuur dat vanbinnen rood is en vanbuiten groen wordt! […] Op een dag zullen de machines moe worden! Op een dag zullen de vreemdelingen worden overmand door een verlangen naar slaap, en dan, op dat moment, door alleen hun ogen te sluiten, hun machines langzamer te laten draaien, zullen ze samen met hun hele bezit worden bedolven.
Het ‘groene vuur’ staat uiteraard voor de verwoesting die de bananenteelt teweeg heeft gebracht. Een andere metafoor die Asturias voor de banaan gebruikt is ‘groene blindheid’, een begrip dat refereert aan het wegkijken van de wereld toen een heel continent werd verwoest, én aan de gevolgen van giftige bestrijdingsmiddelen voor de werknemers in de bananenplantages die eraan werden blootgesteld. In de kunst staat de banaan dus voor leven en dood (afhankelijk van de kunstenaar, het deel van de wereld en de periode in de geschiedenis). Bij elkaar betekenen al die positieve en negatieve interpretaties – die meer zeggingskracht hebben dan academische verhandelingen, statistieken en laboratoriumexperimenten – dat de banaan al vanaf het begin van de schepping onder ons is en, eventueel, dat het groene vuur, zolang het niet wordt gedoofd, ons gezien de uitdagingen waar de vrucht, de mensheid en de aarde voor staan naar de ondergang kan leiden.
Met een jaarabonnement mis je niets meer! Wil je altijd op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de biowetenschappen? Neem dan een abonnement! Hiermee ontvang je een korting van 40% ten opzichte van de prijs in de webwinkel. Daarnaast betaal je geen verzendkosten bij een abonnement. Het abonnement gaat in per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar. Je kunt te allen tijde opzeggen, waarna je alleen nog de cahiers ontvangt die je hebt betaald.
Wil je altijd op de hoogte blijven van nieuwe publicaties, dossiers en lesmaterialen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. Wij sturen je maandelijks een overzicht van alle nieuwe content.