Oudere mensen (en jonge mensen uit risicogroepen) kunnen ernstig ziek worden door griep en aan de gevolgen overlijden. Omdat de griep jaarlijks honderdduizenden Nederlanders treft, is de totale impact groot: zowel qua sterfte (naar schatting sterven aan griep en complicaties van griep jaarlijks gemiddeld 2.800 mensen) als qua ziektelast; door ziekenhuisopname, ziekteverzuim, en mensen die lang verzwakt zijn. Dit is de reden dat de overheid griepvaccinatie (in de volksmond: de griepprik) gratis aanbiedt aan mensen met een verhoogd risico op ernstige ziekte: iedereen boven de 60 jaar én iedereen (alle leeftijden) met een verhoogd risico op ernstige ziekte door een griepinfectie door suikerziekte of een hart- of longaandoening. Zo vermindert het griepvaccinatieprogramma de ziektelast voor de algemene bevolking.
De griepprik wordt betaald uit belastinggeld. Niemand is verplicht de griepprik te nemen. Dat is ieders eigen keuze.
Is er een vaccin tegen alle griepsoorten? De ideale oplossing voor het jaarlijkse griepprobleem is een vaccin dat iedereen en vooral de meest kwetsbare personen volledig beschermt. Hier wordt hard aan gewerkt, maar het is voorlopig nog niet beschikbaar. Tot die tijd moeten we het doen met een vaccin dat gedeeltelijke bescherming biedt.
Tientallen jaren geleden is het beschermend effect van de griepprik bij gezonde vrijwilligers in de Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk aangetoond. In Nederland is in de jaren 90 van de vorige eeuw door huisartsen in goed opgezet vergelijkend onderzoek een effectiviteit van meer dan 50% aangetoond van de griepprik bij mensen van 65 jaar en ouder. Ook recent onderzoek toont steeds weliswaar indirect aan dat er sprake is van een positief effect van de griepprik.
Het effect van de griepprik is wisselend per jaar en per persoon. Gemiddeld is ongeveer de helft van de gezonde 60-plussers beschermd tegen de griep. De bescherming van de griepprik werkt één winter en moet ieder jaar herhaald worden. Hoe ouder iemand wordt, hoe minder goed de griepprik beschermt, omdat ons immuunsysteem met de jaren minder goed gaat werken. De bescherming door vaccinatie wisselt per jaar, en ligt gemiddeld rond de 50% voor mensen boven de 60 jaar. Voor mensen boven de 70 jaar is de bescherming minder, boven de 80 jaar ook weer minder.
Als het jaarlijkse vaccin goed is afgestemd op het rondwarende griepvirus zorgt vaccinatie in samenwerking met de eigen afweer voor bescherming van 60% tot 80%. Dit betekent dat 60 tot 80% van de mensen die met het virus in aanraking komen, niet ziek worden. In jaren dat het vaccin minder goed is afgestemd op het griepvirus dat rondwaart, kan de bescherming teruglopen tot 20%.
De bescherming werkt bovendien alleen tegen het griepvirus. De griepprik werkt niet tegen ziekten die veroorzaakt worden door alle andere virussen (RSV, hMPV, Rhino, Corona, Adeno, etcetera) noch tegen infecties door bacteriën. Dit betekent dat een deel van de mensen die gevaccineerd zijn én goede bescherming hebben tegen het griepvirus dus tòch ziek kunnen worden met griepachtige verschijnselen.
Over de griepprik heeft iedereen wel een mening. Wat is waar en wat zijn fabels?
#1 Onder 60-plussers circuleren verhalen dat mensen die gevaccineerd zijn extra ziek zijn geworden na een griepachtige ziekte. Onderzoek heeft dit nooit kunnen aantonen en ook biologisch is het niet te verklaren dat dit effect optreedt. Die verhalen komen echter niet helemaal uit de lucht vallen. In de jaren negentig zijn er enkele onderzoeksresultaten gepubliceerd die suggereren dat herhaald vaccineren in bepaalde omstandigheden de kans op ziekte na een griepinfectie verhogen. In 1999 verscheen daarop een overzichtsanalyse waaruit bleek dat dit onverwachte verschijnsel niet bewezen kon worden. Ook Nederlands onderzoek in de jaren daarna liet geen negatief effect door vaccinatie zien. Een mogelijke verklaring kan zijn dat mensen die zich -na lang wikken en wegen- voor het eerst laten inenten, tijdens het betreffende griepseizoen extra alert zijn op “griepachtige verschijnselen”: dit noemen we observer bias. Als ze dan een griepachtige periode doormaken (omdat het vaccin immers niet 100% beschermt én niks doet tegen griepachtige ziekte door andere verwekkers) beschouwen ze dat als bewijs dat ze juíst griep kregen na de vaccinatie.
#2 Meer recent (2014) zijn er weer drie studies gepubliceerd die een verminderde bescherming na herhaaldelijk vaccineren suggereren. Weer is met een grootschalige overzichtsanalyse geprobeerd te achterhalen of dit werkelijk zo is. In 2017 zijn de resultaten gepubliceerd waaruit bleek dat er geen aanwijzingen zijn voor een verhoogde vatbaarheid door meerdere keren vaccineren. De auteurs moeten de studie echter overdoen, omdat er enkele tekortkomingen in de analyse zijn gebleken. Het herhaald vaccineren bleek in de eerder genoemde goed opgezette Nederlandse studie juist een betere bescherming te bieden. De auteurs hebben in 2008 een heranalyse gepresenteerd die specifiek gericht was op dit vraagstuk. Bij heranalyse naar leeftijd en herhaald vaccineren zijn er twee overtuigende bevindingen: de bescherming tegen griep verschilde in het betreffende seizoen (1991/92) erg weinig voor de leeftijd 60-69 (59%) en de leeftijd 70+ (57%). Mensen die eerdere jaren ook gevaccineerd waren hebben vaker beschermende antistoffen dan mensen voor wie het de eerste keer was. De conclusie was dat vaker vaccineren de bescherming verhoogt. Of herhaald vaccineren de effectiviteit soms toch misschien negatief kan beïnvloeden wordt goed in de gaten gehouden, maar is nog niet overtuigend aangetoond.
Dit artikel werd geschreven door Jim van Steenbergen, arts-epidemioloog en bestuurslid van stichting Biowetenschappen en Maatschappij, met bijdragen van Teun Guichelaar, André Knottnerus en Pim van Gool. Eindredactie: Astrid van de Graaf.
Wil je altijd op de hoogte blijven van nieuwe publicaties, dossiers en lesmaterialen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. Wij sturen je maandelijks een overzicht van alle nieuwe content.